Een tweede kindje

 

 

 

In was twee toen Christy kwam en ik was een trotse grote zus. Als we samen op mama’s schoot zaten, hield ik haar hand vast. Ik hield haar hand zo vaak vast als zij maar toeliet, dat is duidelijk te zien in mijn fotoalbum. Daar staan we, voor de ouderwetse houten deur van ons huis in Kansas en ik sleep haar weer ergens naartoe in mijn groen met rode polyester truitje met bijpassende broek. Zij heeft een paars polyester broekpak aan. Onze kleren waren genaaid door mijn moeder of oma Lannert. Ik was dol op Christy. Ze had van die lekkere bolle wangetjes, net als ik. We hebben allebei precies hetzelfde moedervlekje rechts op ons gezicht.

Toen ze een peuter werd, knuffelde ik haar continu. Ze was gewoon zo schattig. Haar haar was lichter blond dan dat van mij en dat paste precies bij haar felle karakter. Zij heeft nooit een kuifje gehad, want ze werd geboren met een hele bos haar. Ik was min of meer kaal als baby. Ze zag er energiek en gezond en perfect uit, toen al. Ze lachte de hele tijd, alsof ze nooit ergens een probleem mee had. Ze was zo mooi dat ik haar mijn poppetje noemde. Ik bleef haar maar omhelzen en kussen. Tot ze tegen begon te stribbelen, althans. Op gegeven moment begon ze zich los te rukken en mij weg te duwen. Ze vond het verstikkend en ik gaf haar het gevoel dat ze een kleine baby was.

Hoe ik ook mijn best deed, we speelden niet altijd samen. We scheelden twee jaar en sommige dingen – zoals onze identieke poppenwagens – waren leuk om samen mee te spelen. Maar ik wilde niet meer met die xylofoon spelen, die was ik ontgroeid. En zij vond mijn grotemeisjesboeken totaal niet interessant. De helft van de tijd speelden we samen en verder gingen we onze eigen gang. Ik wilde buiten spelen met andere kinderen. Christy was onafhankelijker van aard en speelde graag alleen. Als we samen speelden was een van onze lievelingsbezigheden spelletjes bedenken. We legden bijvoorbeeld dekens op de grond en sleepten elkaar dan uren door de kamer.

Soms zaten we ook gewoon samen niets te doen. Zusjes zijn was leuk en het was ook genoeg. Meestal wel, tenminste.

We werkten elkaar ook wel op de zenuwen. Als we ruzie hadden, kwam dat meestal omdat ik Christy op haar kop zat. Ik was ouder, dus ik kon makkelijk speelgoed van haar afpakken. Soms was ik zo kinderachtig om haar een mep te geven als ze mijn potloden pikte. Ze flikte mij ook wel eens iets. Dan greep ze mijn speelgoed en rende ze er hard mee weg, gewoon voor de lol. Dan moest ik achter haar aan om mijn kettinkje of mijn vingerpoppetje terug te krijgen. Dat flikte ze behoorlijk vaak.

Toen werd ze groot genoeg om voor zichzelf op te komen en terug te slaan. Dat kwam hard aan. Ik besloot dat ik Christy niet meer zou pesten. Ze was bovendien mijn zusje en ik wilde niet dat we elkaar kwetsten.