Mannen

 

 

 

Mijn eerste echte vrije dag was de dag in Christy’s appartement waarop zij en Brian allebei naar hun werk waren. Het was geweldig, maar ook vreemd. Ik kon nergens naartoe, want ik had nog geen auto. Ik maakte schoon en deed Christy’s was. Ik zat de hele dag achter haar computer en zocht van alles op op internet.

Na vijven kwamen mijn vrienden me ophalen. Veel vriendinnen, zoals Sabrina, waren ook vrij. Ze belden me en kwamen allemaal langs. Het was zo ontzettend leuk. Het was nog niet helemaal tot me doorgedrongen dat ik geen gevangene meer was.

Mijn oude vriendin Roberta was al een hele tijd vrij en zei dat ik wel bij haar mocht wonen, in Pevely, hooguit vijfentwintig minuten rijden bij mijn zusje vandaan. Ik was graag bij Christy gebleven, maar haar appartement was vrij klein en ze had haar eigen leven, met volwassen verantwoordelijkheden en al. Roberta had een groot huis en ze had een kamer over in het souterrain. Ze had een goede invloed op me. Ze had een eigen kapsalon geopend en ze was weer terug bij haar man. Ze zorgde goed voor haar twee kinderen. Ze vingen dieren op, dus overal in haar brandschone huis kwam je kittens en honden en konijnen tegen.

Elke avond praatten Roberta en ik een half uur over manieren om een sterke mentale basis te krijgen en hoe belangrijk dat voor mij zou zijn. Zij was precies de fantastische persoon die ik juist op dat moment hard nodig had.

Ed en zijn baas Charlie hielpen me aan een auto, een oude, geblutste Honda die ik geweldig vond, hoewel hij er niet uitzag. Charlies zoon Dustin repareerde hem om de week om hem rijdende te houden. Tom W. regelde uiteindelijk een eigen mobieltje voor me dat onder zijn abonnement viel, zodat het mij niet zo veel kostte. Het ging geweldig tussen mij en Tom W. maar we verwachtten verder niets van elkaar. We waren nog steeds dol op elkaar, maar inmiddels op een meer volwassen manier. Hij had al heel lang iets met een meisje van onze middelbare school. Hij was gelukkig en ik wilde daar niet tussen komen. Ik was toch niet klaar voor een serieuze relatie en ik koesterde onze hechte vriendschap. Dat was genoeg.

Ik kwam wel eens mannen tegen en ging een of twee keer met iemand uit, maar het was heel moeilijk. Ik was al 36, maar ik wist nog steeds niets van mannen. Niets gezonds in elk geval.

 

*

 

Kort na mijn thuiskomst wilde ik het graf van mijn vader bezoeken. Christy had mijn gedachten zeker gelezen, want ze belde precies op de dag dat ik erover dacht om ernaartoe te gaan. Ze vroeg of ik iets te doen had. Ik vertelde haar hoe en wat.

Ze zei dat ze wel mee wilde en kwam me ophalen.

Het was zo akelig om zijn naam op een grafsteen te zien, op de begraafplaats in St. Louis. Ik werd overweldigd door schuldgevoel, want het was tenslotte mijn schuld dat hij daar lag. Ik huiverde en huilde. En Christy ook.

Mijn vader lag in een familiegraf en ik smeekte Christy ervoor te zorgen dat ik daar nooit begraven zou worden. Ze beloofde het en vroeg mij hetzelfde.

Ik heb alle pijn die tot 4 juli 1990 leidde nooit vergeten. Ik heb mijn eigen schuld ook nooit verloochend. Maar ik heb het hem vergeven en mezelf ook. Hij was mijn vader en hij had me moeten beschermen. Hij beschermde me ook tegen van alles, alleen niet tegen zichzelf.

Ik betreurde het dat mijn vader nooit meer zou kunnen veranderen, zoals ik had gedaan. Maar ik hoopte dat zijn goede kant me had kunnen vergeven wat ik had gedaan. Ik hoopte dat hij trots zou zijn op de vrouw die ik geworden was.

Ik zal tenslotte altijd zijn dochter blijven.

 

*

 

In de gevangenis had ik Elliot Freeman ontmoet. Hij was zestien jaar ouder dan ik. Hij was jaren eerder een keer op bezoek gekomen in het kader van het Outreach-programma. We zochten elkaar weer op toen ik vrijkwam en we gingen samen uit. Hij had een aikidoschool in St. Louis en hij was een en al geduld en begrip. Zijn gezelschap deed me om verschillende redenen goed. Ik snakte mijn hele leven al naar echte, hechte intimiteit. Ik hoopte dat mijn verleden daar geen zwarte schaduwen over zou werpen, maar soms gebeurde dat toch. Ik vond dat ik net zo goed recht had op liefde en seks als andere mensen, het was voor mij alleen moeilijker. Ik ging één keer met Elliot naar bed; de volgende ochtend vertrok ik en ik heb een maand niet met hem gesproken. Zijn geur overweldigde me. Ik had nog iets van hem wat ik terug moest geven, dus uiteindelijk belde ik hem toch om te zeggen dat ik langs zou komen. Hij vroeg me waarom ik was weggevlucht.

Ik zei: ‘Je geur was te veel voor me. Te muskusachtig.’

‘Oké dan, misschien kunnen we uit winkelen gaan. Dan mag jij een aftershave en deodorant uitzoeken die jij lekker vindt,’ zei Elliot.

We gingen samen naar een parfumerie en sinds die tijd zijn we een stel.

 

*

 

Ik kon me wel aan hem overgeven, maar geknuffel achteraf kon ik niet aan. Dan rook ik iets van vroeger en dan moest ik gewoon opstaan en douchen. Ik moest nog steeds van alles verwerken.

Maar ik was erg op Elliot gesteld en ik wilde dat verwerken samen met hem doen. Het was een wankel evenwicht, want ik verlangde erg naar de kracht van een man en ik wilde daar dolgraag op steunen. Tegelijk wilde ik niet gedomineerd worden door diezelfde kracht, zoals al eerder was gebeurd. Elliot was perfect voor me. Hij was ontzettend sterk, sterk genoeg om lief te kunnen zijn.

Ik kon nog steeds geen vastigheid beloven waar het ingewikkelde relaties betrof, dus noemde ik hem mijn liefde van de dag en niet de liefde van mijn leven. Als ik dat zei, antwoordde hij: ‘Vijftien jaar geleden had je me doodongelukkig gemaakt.’ Hij liet doorschemeren dat hij dacht dat alleen een volwassen iemand echt iets met mij zou kunnen. Waarschijnlijk had hij gelijk.

 

*

 

Mike en zijn vrouw maakten hun belofte van een boottochtje met de wind in mijn haar ook echt waar. Op een prachtige zomerdag namen ze me mee naar de Big Piney River, een vrij smalle rivier. Ze lieten me niet eens peddelen. Ze sommeerden me om gewoon lekker ontspannen achterover te gaan zitten en te genieten. De zon scheen op mijn gezicht en er sprongen vissen om de boot heen. De krekels tsjirpten en de vogels zongen.